Vrijdag togen we naar ’s Limburgs Kapitaal, Hasselt. ’t Hooghuis heeft een extraatje voor zijn cliënteel in de vorm van een life concert. Dat doen ze hier meer, à rato van éénmaal per maand of zoals het aanbod zich dient. En, gratis inkom ! Wat moet een mens méér hebben.
Het Hooghuis heeft klasse. Een luxe bruin café, zeg maar. Een prachtig interieur dat nog is overgebleven van de vorige eeuwwisseling, zegge 1900 dus, en dat zoveel mogelijk aan authenticiteit heeft behouden. Aan de decoratie herkent men meteen dat de bezieler dezes een groot Stones-fan is. Foto’s, affiches, tekeningen en andere parafernalia van The Rolling Stones van begin tot heden, sieren de wanden van onder tot boven en van wijd naar zijd. Een centrale kioskachtige opstelling , waarrond een open trap zich naar hogere niveau’s wentelt, biedt plaats aan de artiesten, zodat ze ook van boven af kunnen meebeleefd worden. Om een lang verhaal kort te maken, “ê schuun ettablissement”, zeggen ze bij ons, en ge moet zelf maar eens gaan kijken om u ervan te vergewissen. |
Vanavond komen Chris Jagger en Charlie Hart er hun opwachting maken, op hun eigen aanvraag, aldus de organisator. Geheel in de stijl en de traditie van de pub-live music, zoals die nog in gezonde mate uitgeoefend wordt op de westelijke Europese eilanden, en zelfs welig tiert op het Ierse scheur-eiland, brengen ze ons een aantal handvollen aan traditionals en eigen werkstukjes. Chris hanteert de gitaar op rudimentaire manier, net zoals hij dat pakweg twintig jaar geleden al deed. ‘Very basic but efficient’ heet dat. Charlie Hart is de Multi-instrumentalist. Hij geeft ons in de loop van de avond staaltjes van zijn kunnen weg op keyboards, fiddle en accordion.
Het duo speelt in de klasse van de love song, nummers als “Step By Tonight” en “To Be Alone With You”. Als Chris zijn eigen hersenspinsels aankondigt blijken deze marginale en ecologische titels te dragen als “It’s Amazing What People Throw Away”. Precies wat mijn, ietwat wereldvreemd geworden, oom mij telkens verkondigt, als hij net terug is van een bezoek aan het containerpark, alwaar men afgedankte fietsen voor hem opzij zet. Met zeer kleine en goedkope ingrepen, bezorgt hij deze vehikels een tweede of misschien wel derde of vierde leven. Dat is ook Jagger’s bekommernis geworden deze dagen. Weliswaar niet met fietsen, maar hij (re)genereert songs in die typische pubrock-sfeer van de seventies, maar met teksten met een nu-problematiek.
Voor “You Got Me Where You Want Me” grijpt Charlie naar zijn accordion. Dit Cajun nummer werkt aanstekelijk en ze gaan op de ingeslagen weg verder met “Rock Me Baby” en “Mr Concorde”, een tex-mex geïmpregneerd nummer, à la Doug Sahm, waarvan ik de titel niet ken, en “Will Ya Won’t Ya ?” uit het debuutalbum van Atcha.
De tweede set begint met “Stand Up for the Foot” ook uit “Atcha ! Rock the Zydeco”, met Chris nog steeds op de gitaar en Charlie met de fiddle. Daarop volgen in dezelfde configuratie “Lazy Days” en “Blanchishears”. Enkele klassiekers uit de popgeschiedenis krijgen we met “I’m Ready”, “Take Me Down, Little Suzy” en “Let the Good Times Roll”. Uit het bluesgenre, dissen de twee chefs ons “Chicago Breakdown” en als bisnummer “Messin’ with the Kid” op.
Een gezellig concertje met dito artiesten in een dito kroeg en een goeie Duvel of twee.
Couldn’t be better, isn’t it ?
witteMVS
|